Voorgesteld dekkingsplan
Mutaties Voorjaarsnota 2021
In de Programmabegroting 2021 met bijbehorende meerjarenraming 2022-2024 en de 1e bestuursrapportage 2021, de Voorjaarsnota 2021, zijn de volgende saldi gepresenteerd voor het komende begrotingsjaar 2022. Om de leesbaarheid te bevorderen zijn in onderstaande opsomming een aantal soortgelijke mutaties samengevoegd. Voor een toelichting op deze mutaties wordt verwezen naar de Voorjaarsnota 2021.
Structurele mutaties uit voorjaarsnota 2021 | |
Omschrijving (-/- = nadeel) | Bedrag |
---|---|
Structureel saldo 2022 obv dekkingsplan 2021-2024 | 178.997 |
Meicirculaire 2021 Gemeentefonds | 306.938 |
Onderhoud groen en wegen | -67.000 |
Overleg Zeeuwse Overheden (OZO) en EGTS | -30.000 |
Ongediertebestrijding beperking bestrijdingsmogelijkheden | -20.000 |
Derving inkomsten aanlegvergunningen | -15.000 |
Derving inkomsten samenwerking openbare verlichting | -38.000 |
Diverse bedrijfsvoeringslasten | -30.000 |
Totaal jaarlijkse structurele wijzigingen | 106.938 |
Structureel saldo 2022 na meicirc.2021 | 285.935 |
Na opstelling van de Voorjaarsnota 2021 zijn de cijfers voor het begrotingsjaar 2022 opnieuw geactualiseerd op basis van de meest recente gegevens in augustus 2021, inclusief de uitkomsten van de meicirculaire 2021. In september 2021 zijn de cijfers nogmaals geactualiseerd met de (voorlopige) uitkomsten van de septembercirculaire 2021.
Het nieuwe dekkingsplan 2022-2025 en de toelichting daarop treft u aan op de volgende pagina’s. Dit dekkingsplan laat voor 2022 een lager maar positief structureel saldo zien. Ook in de jaren 2023, 2024 en 2025 verwachten we een positief saldo.
Verwachte ontwikkelingen Voorjaarsnota
Daarnaast zijn er in de Voorjaarsnota een aantal ontwikkelingen genoemd die van invloed zijn op de financiële toekomst van de gemeente Hulst. Met de meeste daarin opgenomen ontwikkelingen is in deze begroting inmiddels rekening gehouden. Wij geven hier nog een korte toelichting op de in de Voorjaarsnota 2021 vanaf pagina 8 genoemde ontwikkelingen en of en hoe deze zijn verwerkt:
- Covid-19:
Het Covid-19 virus en de verschillende maatregelen ter bestrijding ervan hebben in de achter ons liggende periode een grote maatschappelijke impact gehad met ook de nodige financiële gevolgen. Kijkende naar 2022 is het zeer ongewis wat de financiële effecten van de coronacrisis zullen gaan zijn, ook voor de (middel-)lange termijn. Compensatieregelingen vanuit het Rijk worden stilaan stop gezet doch de na-ijleffecten zijn zicht- en voelbaar. Gemeente Hulst heeft gedurende de coronacrisis de gevolgen onderkend en hierop ook voortvarend geanticipeerd, middels het samenstellen van een “calamiteitenpot”, waaruit ook richting toekomst nog geput kan worden om de coronagevolgen te beperken.
Met ingang van 1 oktober worden de meeste compensatiemaatregelen voor ondernemers stopgezet. Regelingen als de NOW (loonkosten), TVL (vaste lasten), Tozo (zzp’ers) en TONK (voor noodzakelijke kosten) houden op te bestaan. Wat het exacte effect hiervan gaat zijn op lokale ondernemers is niet volledig inzichtelijk, maar als gemeente trachten we aandacht te houden op de lokale gevolgen van het stopzetten van deze regelingen.
Compensatiemaatregelen voor (middel-)lange termijn zijn vooralsnog niet aan de orde, maar uit onderzoek van AEF is inmiddels wel de verwachting uitgesproken dat economische effecten en voor extra kosten in het sociale domein door corona zich op termijn wel zullen laten voelen.
Met de regeling tegemoetkoming gevolgen corona heeft de gemeente Hulst het verenigings- en stichtingsleven een impuls gegeven om hun maatschappelijke rol post-corona toch weer op te kunnen pakken. Inclusief het behoud van de gemeentelijke subsidie over 2020 maakt dat activiteiten weer langzaamaan binnen de mogelijkheden worden opgepakt en evenementen worden georganiseerd.
In relatie tot corona zal in 2022 de maatregel omtrent uitbreiding van de terrassen worden gehandhaafd, waarbij heffing van precariobelasting achterwege blijft. Verder zijn geen financiële ingrepen ter bestrijding van coronagerelateerde gevolgen op te vangen.
2. Financiën:
2.1 Herijking gemeentefonds:
Begin 2021 zijn de eerste contouren zichtbaar geworden van de nieuwe beoogde verdeling van het gemeentefonds. Voor Hulst zou dit een positief resultaat hebben van € 46,00 per inwoner. In de afgelopen maanden heeft een eerste consultatie en adviesverzoek aan het ROB ertoe geleid dat de initiële resultaten zijn aangepast. Dit heeft ertoe geleid dat het positieve effect voor Hulst toenam naar € 114,00 per inwoner. Dit op grond van de kengetallen, zoals deze bekend waren naar de stand van 2017. Inmiddels heeft een doorrekening plaatsgevonden naar 2019, hetgeen heeft geresulteerd in een plus van € 148,00. Het grootste deel van deze plus kan worden toegerekend aan het klassieke domein terwijl een groot negatief effect is te zien ten aanzien van de Overige Eigen Middelen (OEM), met name de correctie/uitname van de OZB.
Om de herverdeeleffecten voor alle gemeenten te beperken (zowel positief als negatief) is momenteel het voorstel om de financiële gevolgen per inwoner te maximeren op € 60,00 met een ingroeitraject van 4 jaar van € 15,00 per inwoner per jaar. In 2027 zal deze nieuwe herverdeling worden geëvalueerd. Momenteel is dit resultaat nog onder voorbehoud. Streven is dat half oktober ROB heeft geadviseerd en dat begin november de bestuurlijke consultatie start. Na afronding van consultatie medio november, wordt het voorstel op 25 november in het VNG bestuur besproken, waarna de financiële gevolgen uiterlijk worden verwerkt in de meicirculaire 2022.
Ingangsdatum voor de nieuwe verdeling van het gemeentefonds is 2023.
Voorlopige positieve financiële gevolgen herijking gemeentefonds (basis inwoners: 27.500):
2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 |
---|---|---|---|---|
€ 412.500 | € 825.000 | € 1.237.500 | € 1.650.000 | € 1.650.000 |
Voor de begroting 2022 heeft de herijking geen gevolgen. In meerjarig perspectief vanaf 2023 is nog geen rekening gehouden met de financiële gevolgen, aangezien de resultaten nog niet definitief zijn.
2.2 Opschalingskorting:
Voor de jaren 2020 en 2021 was de opschalingskorting reeds bevroren, echter nog niet geschrapt. Deze “bevriesperiode” was met name toe te rekenen aan de gevolgen van corona. Voor de gemeente Hulst betekende dit in 2021 een incidenteel voordeel van € 183.000. Voor 2022 is inmiddels besloten om de oploop van de opschalingskorting eveneens te schrappen. Dit betekent wederom een incidenteel voordeel van € 384.477.
Aangezien de oploop voorlopig nog niet is geschrapt, is er geen structureel effect en zal op termijn het gemeentefonds met een bedrag van € 1 miljard worden gekort. Vooralsnog betekent dit dat met ingang van 2023 de oorspronkelijke oploop wordt ‘hervat’.
3. Sociaal Domein:
3.1 Jeugdzorg:
Na een uitvoerig onderzoek heeft AEF eind 2020 het resultaat van hun bevindingen neergelegd in een plan van aanpak waarin de noodzaak voor meer structurele middelen binnen de jeugdzorg wordt beschreven. Uit het onderzoek van AEF is uiteindelijk onder meer gebleken dat het huidig beschikbare macrobudget voor de Jeugdzorg niet voldoende is, waarbij sprake is van een tekort van € 1,7 miljard (stand 2019).
Aangezien het Rijk de onderzoeksresultaten niet direct ‘omarmde’ is besloten om de arbitragecommissie in te schakelen teneinde een ‘(semi-)bindend’ advies in deze te verkrijgen. De arbitragecommissie heeft in lijn met het onderzoek van AEF geadviseerd waarbij naast extra middelen vanuit het Rijk, ook gemeenten stappen dienen te nemen om de financiële beheersbaarheid van het jeugdzorgstelsel te kunnen verbeteren. Ten aanzien van dit laatste zal een ontwikkel-/hervormingsagenda opgesteld worden waarvan de oplevering momenteel gepland staat voor eind januari 2022.
De afgelopen jaren heeft de gemeente Hulst de tekorten gedekt via de beschikbare middelen voor het Sociaal Domein. Aanwending van de in het verleden opgebouwde egalisatiereserve was hiervoor wel noodzakelijk. Met de extra middelen ontstaat op korte termijn enige financiële ademruimte. Echter op (middel)lange termijn is dit mede gelet op de onzekerheid betreffende het structurele karakter van de toegezegde middelen allerminst vanzelfsprekend. Verder zijn er de nodige ontwikkelingen die een negatieve invloed (kunnen) hebben op het kostenverloop binnen de Jeugdzorg.
Overeenkomstig de afspraken tussen Rijk, IPO en VNG is in meerjarenraming voor de jaarschijven 2023 t/m 2025 rekening gehouden met een stelpost van 75% van de bedragen uit de Hervormingsagenda jeugd. Dit vooruitlopend op definitieve besluitvorming door het nieuwe kabinet. De middelen zijn toegerekend aan het Sociaal Domein. Voor het Sociaal Domein is budgettair neutraal geraamd, zodat op ramingsbasis de lasten gelijk zijn aan de baten en derhalve voor 2022 niet wordt ingeteerd op financiële reserves.
3.2 WMO:
Sinds 2019 geldt er een maximumtarief voor huishoudens die gebruik maken van WMO-voorzieningen, dit is het zogeheten abonnementstarief. Het abonnementstarief in de WMO is ingevoerd met als doel om de stapeling van eigen betalingen voor zorg en ondersteuning te beperken. Met de introductie van het abonnementstarief is tevens besloten om periodiek de gevolgen ervan te monitoren. Een eerste monitor is als nulmeting uitgevoerd in 2019. In 2020 is wederom een monitor uitgevoerd waaruit bleek dat het abonnementstarief resulteert in een toename van WMO-maatwerkvoorzieningen met de hieraan gerelateerde financiële gevolgen. Op macroniveau zou het gaan om een bedrag van € 229 miljoen, onder te verdelen in € 105 miljoen aan gederfde inkomsten uit eigen betalingen en € 124 miljoen aan extra uitgaven voor hulp bij het huishouden en hulpmiddelen en diensten. Vanuit het Rijk is eerder structureel een compensatie toegekend van € 145 miljoen, hetgeen derhalve niet toereikend is en welke compensatie ook niet zal worden aangevuld.
Voor de korte termijn zijn door het ministerie van VWS en BZK in samenspraak met VNG nadere (compensatie)voorstellen uitgewerkt, waaronder compensatie van het abonnementstarief. Deze voorstellen maken echter deel uit van de kabinetsformatie en zijn daarmee nog niet geformaliseerd.
Nader onderzoek zal worden uitgevoerd naar de opgave en financiële beheersbaarheid op de (middel)lange termijn. Hierbij wordt een eerste prognose gemaakt van het beroep op de WMO voor de komende 5-20 jaar. Fundamentele keuzes zullen pas door een nieuw kabinet worden gemaakt.
Ook binnen gemeente Hulst is een toename van de WMO-uitgaven ten opzichte van voorgaande jaren zichtbaar. Binnen het gesloten systeem van het Sociaal Domein heeft dit als gevolg dat de reserve sociaal domein sneller dan oorspronkelijk werd geraamd, uitgeput zal zijn.
3.3 Beschermd wonen:
In het kader van beschermd wonen komt er vanaf 2023 een nieuwe verdeling van de beschikbare middelen. Dit als gevolg van het feit dat beschermd wonen een taak wordt van alle gemeenten en niet uitsluitend van de centrumgemeenten. In totaal betreft dit voor alle gemeenten een bedrag van € 1,4 miljard. Vanaf 2022 ontvangt iedere gemeente als zodanig een eigen budget. Deze “herverdeling” van middelen bestrijkt een periode van 10 jaar. Gelet op het aantal plaatsen die gemeente Hulst heeft, welke vallen onder de reikwijdte van beschermd wonen, zijn de aan Hulst toegekende middelen onvoldoende om deze taak budgettair neutraal te kunnen uitvoeren. Op termijn dient er dan ook rekening te worden gehouden met of grote financiële gevolgen bij ongewijzigd beleid aangaande beschermd wonen of met aanpassing van beleid op grond van regionale afspraken.
Aanvullend aan het voorgaande zullen de centrumgemeenten tot in ieder geval 2026 nog verantwoordelijk blijven voor de taak maatschappelijke opvang.
4. Ruimte:
4.1 Omgevingswet en Wet Kwaliteitsborging bouwen:
De Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging bouwen zijn twee aanstaande wetten die een grote invloed gaan hebben op de bedrijfsvoering binnen de gemeente. Daar waar het de Wet kwaliteitsborging bouwen betreft, met name ook de rol van de gemeente ten aanzien van bouwtoezicht, waarbij een verschuiving gaat plaatsvinden naar de private sector. Zowel de Omgevingswet als de Wet kwaliteitsborging bouwen hebben financiële gevolgen. Enerzijds aan de zijde van de lasten door onder andere oplopende implementatiekosten en op (middel-)lange termijn onzekere beheerkosten. Anderzijds worden de kosten niet (meer) gedekt door opbrengsten uit leges, terwijl ook het Rijk momenteel slechts in beperkte mate financiële compensatie biedt welke voornamelijk incidenteel van aard is.
De financiële onzekerheid rondom de implementatie en de uitvoering van beide wetten blijft het komende jaar aandacht vragen. Voorlopig staat de invoering van beide wetten gepland voor 1 juli 2022, waarbij inmiddels een voorbehoud is als het gaat om verbouwprojecten in relatie tot de Wet kwaliteitsborging bouwen.
4.2 Beheerplannen:
De gemeente Hulst heeft in de afgelopen jaren al haar beheerplannen opgesteld. Een aantal ontwikkelingen maakt het noodzakelijk dat deze beheerplannen worden geactualiseerd hetgeen ook de nodige financiële gevolgen heeft. De belangrijkste ontwikkelingen hierbij zijn:
- Stijgende marktprijzen: de vraag naar grondstoffen en eindproducten met een beperkt aanbod maakt dat marktprijzen stijgen. Dit heeft gevolgen voor onder andere de beheerplannen Openbare Verlichting, Gemeentelijk Vastgoed, Groenbeheer, MIP, GRP en materieel;
- Duurzaamheid/klimaattransitie: de komende jaren zal met name bij investeringen in de openbare ruimte rekening moeten worden gehouden met duurzaamheid en klimaattransitie. Dit heeft onder andere gevolgen voor de beheerplannen Openbare verlichting (led-verlichting), Gemeentelijk Vastgoed, GRP en MIP;
- Energieprijzen: inmiddels is een sterke stijging van de energieprijzen zichtbaar. Zowel de prijzen van gas als elektriciteit zijn sterk gestegen als gevolg van onder meer stijgende vraag en stagnerend aanbod;
- Stikstof: een problematiek die ook financiële gevolgen heeft op de (grotere) projecten in de openbare ruimte, met name daar waar grondverzet mee gemoeid is. Met name MIP en GRP zijn beheerplannen welke hierdoor financieel worden beïnvloed.
Een integrale financiële herijking van de beheerplannen op bovenstaande ontwikkelingen is momenteel gaande, waarbij tevens de mogelijkheid wordt opengehouden om werkzaamheden te verschuiven in tijd. Teneinde de instandhouding van de aan de beheerplannen ten grondslag liggende kapitaalgoederen te kunnen borgen, zijn structureel hogere toevoegingen (op termijn) noodzakelijk. In het dekkingsplan is een structureel bedrag van
€ 350.000 opgenomen voor actualisatie van de beheerplannen.
4.3 Duurzaamheid/Klimaat:
In het eind 2018 afgesloten Klimaatakkoord zijn tijdelijke middelen opgenomen voor de uitvoeringslasten van gemeenten. In 2022 lopen deze tijdelijke middelen af, zodat er macro bezien in 2022 geen rijksmiddelen beschikbaar zijn om in gang gezette acties voort te zetten, dan wel plannen van aanpak om te zetten in uitvoering. Gemeenten hebben met het Klimaatakkoord ingestemd, met dien verstande dat er nadere afspraken zouden worden gemaakt aan de hand van een artikel 2 onderzoek. Begin 2021 heeft het ROB haar advies, later dan beoogd, uitgebracht. Het ROB heeft becijferd dat een bedrag van € 450 miljoen voor 2022 benodigd is. Het demissionaire kabinet heeft niet meer gereageerd op het ROB-advies en schuift (in)direct daarmee het beschikbaar stellen van middelen door naar het volgende kabinet. Inzet van de VNG is om vooruitlopend hierop de tijdelijke middelen voort te zetten. Het gaat hierbij macro om een bedrag van € 70 miljoen.
In het kader van duurzaamheid is in de begroting 2022, inclusief meerjarenraming, een structureel bedrag van € 65.000 aan eigen middelen opgenomen. Inmiddels zijn gemeentelijke kantoorgebouwen van de nodige duurzaamheidsmaatregelen voorzien en wordt een regeling getroffen voor verenigingen en stichtingen om gebouwen te verduurzamen.
5. Bedrijfsvoering:
Digitaal zaakgericht werken/informatiehuishouding:
De komende jaren zal mede als gevolg van diverse landelijke ontwikkelingen/initiatieven geïnvesteerd moeten worden in digitalisering en informatiehuishouding. Aankomende regelgeving, zoals Wet Open Overheid, Omgevingswet, Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer, alsmede de integrale invoering van de Digitale Agenda 2024 maken grootschalige digitalisering en optimalisering van de informatiehuishouding noodzakelijk.
De bedrijfsvoering en dienstverlening van de gemeente Hulst zal de komende jaren een grote digitale transitie moeten doormaken. Werkprocessen zullen zodanig aangepast en ingericht moeten worden, dat voldaan wordt aan de maatschappelijke wens en wettelijke eis om op digitale wijze onze samenleving te gaan inrichten. Vooral de Digitale Agenda 2024 voorziet grote veranderingen voor gemeenten vanuit perspectief van onder meer inwoners en ondernemers. Dit alles wel met oog voor diegenen die minder digitaal vaardig zijn of vrezen voor hun privacy.
Bovenstaande vraagt grote investeringen in technologie (software) ter ondersteuning van de uitvoering van de werkprocessen. Software die in toenemende mate door leveranciers in SaaS-oplossingen (SaaS: Software as a Service, oftewel cloudoplossing) worden aangeboden. Huidige tendens is dat deze wijze van levering van diensten beduidend efficiënter is voor leveranciers, doch dat de kosten voor klanten (lees: gemeenten) vele malen hoger zijn dan de huidige oplossingen. Grootschalige nieuwe implementaties, zoals Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO), resulteren in hoge implementatie- en op termijn ook beheerkosten. Kijkende naar het DSO zou dit een budgettair neutrale opdracht voor gemeenten moeten zijn, waarbij naast compensatie vanuit het Rijk ook efficiëncy-voordelen voor gemeenten te behalen zouden zijn. Inmiddels blijken de kosten sterk op te lopen en is het Rijk vooralsnog niet van zins om extra middelen beschikbaar te stellen.
De huidige ICT- en informatiegerelateerde budgetten hebben een omvang die het momenteel mogelijk maakt om de aanwezige software te onderhouden. Bovengenoemde ontwikkelingen vragen dusdanige investeringen dat deze niet binnen de beschikbare budgetten kunnen worden opgevangen. Ten slotte noopt Europese regelgeving in relatie tot het gemeentelijk inkoopbeleid de gemeente Hulst tot het aanbesteden van de “grotere” softwarepakketten. In dit kader heeft ook de gemeentelijke accountant, ten tijde van de laatste controle, opmerkingen gemaakt omtrent aanbesteding van software, in het bijzonder het gemeentelijk zaaksysteem. Dit maakt het noodzakelijk dat op korte termijn (lees: 2022) een Europees aanbestedingstraject gevolgd moet worden. Verwachting is dat investeringen, inclusief implementatietrajecten, structureel € 200.000 gaan kosten.
Dekkingsplan meerjarenraming 2022-2025
DEKKINGSPLAN MEERJARENRAMING 2022-2025 | |||||
Nr. | Onderwerp (-/-=nadeel): | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 |
1 | Voorjaarsnota 2021 | 285.935 | |||
2 | Verschil met ontwerpbegroting 2022 | 104.996 | |||
3 | Structureel begrotingssaldo ontwerp-begroting 2022 | 390.931 | 79.931 | 31.931 | 29.931 |
4 | Gemeentefonds (stand septembercirculaire 2021) | 879.000 | -195.000 | 0 | 79.000 |
5 | Aanvullende middelen jeugdzorg (75% struct.) | 88.000 | -263.000 | -85.000 | -102.000 |
6 | Stelpost Sociaal Domein Jeugdzorg (NTC) | -88.000 | |||
7 | OZB woningen (indexeringen) | 98.000 | 98.000 | 60.000 | |
8 | MeerjarenInvesteringsPlan (MIP) Wegen | -50.000 | -50.000 | ||
9 | Stelpost gemeenschappelijke regelingen (Investeringen VRZ) | -28.000 | |||
10 | Indexeren subsidiebeleid cfm VZG richtlijn | -40.000 | -40.000 | ||
11 | Haven in Walsoorden | -90.000 | |||
12 | OZB niet-woningen, tariefaanpassing 3% in 2022 en 3% in 2023, 3% 2024 | 50.000 | 50.000 | ||
13 | Huisvesting voortgezet onderwijs | -225.000 | |||
14 | Vervangende nieuwbouw scouting 't Jagertje (NTC) | -45.000 | |||
15 | Toeristenbelasting/parkeerbelasting | 100.000 | 25.000 | 25.000 | |
NTC | |||||
16 | Beheerplannen (Vastgoed, OV, Begraafpl., Groen, MIP) | -350.000 | |||
17 | Digitalisering/Zaakgericht/Opleiding | -200.000 | |||
18 | Bedrijfsvoering | -200.000 | 200.000 | ||
19 | Weerstandsvermogen (risico's Sociaal Domein) | -300.000 | 300.000 | ||
20 | Aanbouw "de Binnendéur" met opslagruimte instrumenten | -95.000 | 95.000 | ||
Nieuw structureel begrotingssaldo (-/- = nadeel) | 79.931 | 31.931 | 29.931 | 91.931 | |
Incidentele lasten/baten: | |||||
21 | Saldo incidenteel (zie aparte toelichting) | -443.339 | |||
22 | Kasschuif opschalingskorting | 384.477 | |||
Nieuw incidenteel saldo (-/- = nadeel) | -58.862 | 0 | 0 | 0 | |
Saldo begroting betreffend jaar (-/- = nadeel) | 21.069 | 31.931 | 29.931 | 91.931 |
Toelichting voorgesteld dekkingsplan 2022-2025
- In onderstaande toelichting is een relatie gelegd met het dekkingsplan 2021-2024 vanwege het feit dat de daarin opgenomen maatregelen nog steeds doorwerken in de begroting 2022. Dit betreft het structurele saldo 2022 zoals gemeld in de Voorjaarsnota 2021 (bladzijde 16).
- Naast de maatregelen uit dit dekkingsplan onder de punten 4 t/m 20 (€ 311.000 nadeel) is er nog een voordelig verschil van € 104.996 in 2022 ten opzichte van het structureel nadelig saldo gepresenteerd in de Voorjaarsnota 2021. In de verschillenanalyse in het volgende hoofdstuk vindt u een overzicht van deze verschillen.
- Het structureel saldo van de ontwerp-begroting 2022 komt uit op een voordeel van € 390.931.
- De uitkeringen uit het gemeentefonds kunnen jaarlijks schommelingen vertonen. De jaarlijkse verschillen die in dit overzicht zijn opgenomen zijn conform de laatst bekende stand in de septembercirculaire 2021 en betreffen de verschillen voor alle uitkeringen. Voor 2022 heeft de septembercirculaire tot gevolg dat de budgettaire ruimte wordt verhoogd met € 879.000, om vervolgens in 2023 weer met € 195.000 af te nemen. In 2024 blijft de budgettaire ruimte vervolgens nagenoeg gelijk om in 2025 weer toe te nemen met € 79.000.
- Het Rijk heeft op grond van het AEF-onderzoek en de uitspraak van de arbitragecommissie een toezegging gedaan voor een extra financiële bijdrage voor de Jeugdzorg. Conform landelijke afspraken is met deze extra bijdrage voor 100% rekening gehouden in 2022. In de daaropvolgende jaren is gerekend met 75% van het toegezegde bedrag. In de begroting 2022 is met de eerste berekening van de bijdrage rekening gehouden. Uiteindelijk blijkt het bedrag over 2022 € 88.000 meer te zijn dan oorspronkelijk begroot. Deze “aanvullende” middelen zijn voor 2022 opgenomen. In de daaropvolgende jaren wordt de afname van de rijksbijdrage weergegeven.
- Binnen het Sociaal Domein gaat de gemeente Hulst uit van budgettaire neutraliteit. Dit wil zeggen dat overschotten aan de egalisatiereserve Sociaal Domein worden toegevoegd en tekorten via onttrekkingen aan deze egalisatiereserve worden gedekt. Nu er meer dan begroot rijksmiddelen worden ontvangen, worden deze middels een stelpost gecorrigeerd teneinde onnodig tussentijdse toevoegingen aan deze reserve te moeten doen. Dit zal uiteindelijk bij het opstellen van jaarrekening, afhankelijk van werkelijke baten en lasten, worden verwerkt.
- In de meerjarenraming worden de opbrengsten van de OZB woningen geïndexeerd.
- Conform het duurzame beleid wordt in de jaren 2023 en 2024 jaarlijks € 50.000 extra gestort in de reserve ten behoeve van het Meerjaren Investeringsplan Wegen (MIP).
- De Veiligheidsregio Zeeland (VRZ) zal in 2023 noodzakelijke investeringen moeten doen in hun materieel.
- Bij de vaststelling van het nieuwe subsidiebeleid is besloten de subsidie voor professionele organisaties jaarlijks te indexeren conform de VZG-richtlijn zoals die jaarlijks wordt vastgesteld voor de gemeenschappelijke regelingen.
- Afhankelijk van de onderhandelingen met diverse betrokken partijen om een duurzame oplossing te bewerkstelligen voor de haven van Walsoorden is in 2023 een stelpost opgenomen voor de dekking van een eventueel benodigd investeringskrediet.
- In de meerjarenraming worden de opbrengsten van de OZB niet-woningen geïndexeerd.
- Samen met het voortgezet onderwijs is een transitieplan "Voortgezet Onderwijs Zeeuws-Vlaanderen" opgesteld. Een onderdeel hiervan is een onderzoek naar de huisvestingsproblematiek in Hulst. Met name de locatie Gildenstraat is in onderhoud en beheer een te grote kostenpost. Samen met het voortgezet onderwijs zijn we een onderzoek gestart naar oplossingen hiervoor, een en ander conform het transitieplan. Deze onderzoeksfase en de bijbehorende financiële gevolgen zijn nog niet afgerond. Vooruitlopend hierop heeft het college onder voorwaarde van financiële haalbaarheid een bijdrage genoemd van € 225.000 structureel (kapitaallasten).
- Het huidige gebouw van scouting “’t Jagertje” in Hulst is technisch en economisch afgeschreven. Het vergt elk jaar veel onderhoud om dit gebouw in bruikbare staat te brengen en te houden. Het huidige gebouw dient dan ook te worden vervangen door nieuwbouw die voldoet aan de eisen van deze tijd. De kapitaallasten voor nieuwbouw bedragen € 45.000 op grond van huidige bouwkosten per vierkante meter.
- Voorgesteld wordt om de toeristenbelasting in 2023 te laten stijgen naar € 0,80 per overnachting, vervolgens een gefaseerde stijging: 2024 tarief van € 0,95 per overnachting en met ingang van 2025 een tarief van € 1,10 per overnachting. Op jaarbasis levert dit een extra opbrengst op van € 25.000. Het parkeertarief zal in 2023 met € 0,10 worden verhoogd exclusief een indexering van 2%, mede door toegenomen beheerkosten (o.a. parkeerautomaten en software).
- De huidige beheerplannen voor vastgoed, openbare verlichting, begraafplaatsen, groen en wegen staan in financieel opzicht onder grote druk door een aantal ontwikkelingen, die in grote mate buiten de invloedsfeer van de gemeente vallen. Marktprijzen stijgen explosief, veroorzaakt door stijgende lonen en een toenemende vraag naar grondstoffen en beperkt aanbod. Verder heeft ook verduurzaming en de klimaattransitie grote financiële invloed op de benodigde investeringen die moeten worden toegerekend aan de beheerplannen. Ten slotte hebben (toekomstige) maatregelen rondom de stikstofproblematiek hun weerslag de uitvoering van beheerplannen. Met het vaststellen van de herziene beheerplannen kunnen in meerjarig opzicht de kapitaalgoederen in de gewenste en vereiste staat worden gebracht en gehouden.
- Onder invloed van de ICT-agenda van het Rijk dienen ook alle gemeenten in toenemende mate de bedrijfsvoering en dienstverlening in hoofdzaak digitaal te regelen (o.a. Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer). Dit vraagt investeringen in software, in digitalisering van processen/documenten/dossiers. Met de komst van de Wet Open Overheid zal verder de digitale informatiehuishouding moeten worden geoptimaliseerd. In lijn met het voorgaande vraagt ook de Digitale Agenda 2024 aandacht en de daarmee gepaard gaande investeringen in techniek, implementatie en opleiding in digitale vaardigheden.
- De huidige balies in de gemeentewinkel zijn gedateerd en voldoen niet aan de huidige wettelijke arbo-eisen. Aanpassing van balies is daarmee noodzakelijk geworden. Verder is ook de alarm- en toegangscontrole voor alle gemeentelijke kantoorgebouwen zodanig gedateerd dat bij technische defecten de alarmering (gedeeltelijk) niet meer hersteld kan worden. Ook de op korte termijn uit te voeren RI&E brengt mogelijk nog aandachtspunten naar voren die noodzakelijke investeringen in de bedrijfsvoering vragen teneinde verantwoord en in lijn met geldende wet- en regelgeving te kunnen werken.
- De gemeente Hulst borduurt verder op een reeds bewezen toekomstbestendig financieel beleid. Daar waar de begroting financiële ruimte biedt om buffers voor toekomstige onzekerheden op te bouwen, worden er toevoegingen aan de algemene reserve gedaan om het weerstandsvermogen op peil te houden c.q. verder te stutten. Met name in het Sociaal Domein zijn er grote risico’s. Op basis van de hervormingsagenda voor Jeugdzorg dienen er nog stappen te worden ondernemen om lasten beter te beheersen en zo mogelijk te verlagen. Deze hervormingsagenda is onderdeel van de financiële afspraken die de VNG met het Rijk heeft gemaakt, waardoor er extra middelen voor Jeugdzorg in 2022 zijn toegevoegd aan het gemeentefonds (zie ook punt 5). Ook zal de transformatie van Dethon extra lasten met zich meebrengen.
- Dorpshuis/ontmoetingscentrum “de Binnendéur” in Kloosterzande kent vele diverse gebruikers. Dit is een positieve ontwikkeling. In lijn met Malpertuus in Clinge en Brandershole in Terhole wordt voorgesteld ook de Binnendéur met een extra opslagruimte voor o.a. instrumenten uitgebreid.
- Een gedetailleerd overzicht van de incidentele lasten en baten vindt u in het volgende hoofdstuk.
- Door het Rijk is de opschalingskorting voor de algemene uitkering uit het gemeentefonds voor de jaren 2020, 2021 en 2022 niet doorgevoerd.
Nader te concretiseren beleidsvoornemens (NTC)
Nader te concretiseren beleidsvoornemens
Naast de mutaties op het dekkingsplan in de jaren 2022-2025 is er op de post Onvoorzien, onderdeel Nader te concretiseren beleidsvoornemens (NTC) in 2022 nog voor een bedrag van € 2.292.255 aan structurele stelposten opgenomen voor beleid dat nog nadere invulling behoeft, voordat dit op de programma’s kan worden geraamd. Deze zijn geraamd onder “Algemene dekkingsmiddelen en Onvoorzien”. Het gaat daarbij om de volgende stelposten:
Overzicht Nader te concretiseren beleidsvoornemens | ||||
Stelpost | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 |
---|---|---|---|---|
Vervangingsinvesteringen (ICT, materieel, etc.) | 177.393 | 177.393 | 177.393 | 177.393 |
Rente vervangingsinvesteringen/MIP | 52.362 | 52.362 | 52.362 | 52.362 |
Taakmutaties AU (o.a. WOO) | 128.500 | 128.500 | 128.500 | 128.500 |
Indexering salarissen/pensioenen | 450.000 | 450.000 | 450.000 | 450.000 |
Recreatiestranden | 25.000 | 25.000 | 25.000 | 25.000 |
Fysieke leefbaarheid | 20.000 | 20.000 | 20.000 | 20.000 |
Leefbaarheid dorpen en wijken | 10.000 | 10.000 | 10.000 | 10.000 |
Onderhoud kunstgras | 10.000 | 10.000 | 10.000 | 10.000 |
Brandweerkazerne/carnavalsloods | 89.000 | 89.000 | 89.000 | 89.000 |
Jeugdzorg | 140.000 | 140.000 | 140.000 | 140.000 |
Nieuwbouw scouting 't Jagertje | 45.000 | 45.000 | 45.000 | 45.000 |
Beheerplannen (Vastgoed, OV, Begraafpl., Groen, MIP) | 350.000 | 350.000 | 350.000 | 350.000 |
Digitalisering/Zaakgericht/Opleiding | 200.000 | 200.000 | 200.000 | 200.000 |
Bedrijfsvoering | 200.000 | - | - | - |
Weerstandsvermogen (risico's Sociaal Domein) | 300.000 | - | - | - |
Aanbouw "de Binnendéur" met opslagruimte instrumenten | 95.000 | - | - | - |
- | - | - | ||
Totaal Nader te concretiseren beleidsvoornemens | 2.292.255 | 1.697.255 | 1.697.255 | 1.697.255 |